Schil de knolselderij en spoel na onder de kraan. (Alle butsjes en gaatjes hoef je wat mij betreft niet weg te snijden. Het is een knol, je blijft anders bezig.)
Snij de knol in grove stukken en rasp fijn in de keukenmachine. Rasp de Parmezaanse kaas er meteen achteraan en hussel na afloop door de selderijsnippers.
Klop de eieren los met wat peper, zout en 2 el mosterd. Giet bij de selderijsnippers en bestrooi met bloem. Rol je mouwen op en hussel hup, met je blote handen alle ingrediënten goed door elkaar.
Verhit een laagje olijfolie in een zo groot mogelijke koekenpan. Schep een flinke eetlepel selderijmengsel uit de kom, druk aan met je hand en doe in de pan.
Druk het bergje selderijmengsel een beetje plat met de lepel en bak de rösti’s een paar minuten aan beide kanten tot ze goudbruin en knapperig ogen. (Keer voorzichtig.)
Ik bak ongeveer 5-6 knolselderijkoekjes per keer. Heb je een kleine koekenpan? Dan past er minder in.
Herhaal bovenstaand procedé totdat je knolselderijmengsel op is en je circa 20 rösti’s hebt.
Notities
Lekker met: een simpele groene salade.
Maak je lekker veel sla, dan zijn 5-6 koekjes per persoon genoeg.